Licht- door Lobke Spruijt. Nog voordat God de zon, de maan en de sterren schiep en de aarde in duisternis was gehuld, sprak Hij - en er was licht (Gen. 1:3). We kunnen niet zonder. En wat hebben we er een behoefte aan zo tegen het einde van de winter: licht! Niet alleen fysiek, maar ook geestelijk. Maar ondertussen raken we gewend aan de duisternis van de wereld. We kijken weg, klikken door. Maar we zijn geroepen om het licht van de wereld te zijn (Matt. 5:14). Wen daarom niet aan de duisternis en schijn Zijn licht! Laat je hart verlichten door God (2 Kor. 4:6)! “Want de God die heeft gezegd: ‘Uit de duisternis zal licht schijnen,’ heeft in ons hart het licht doen schijnen om ons te verlichten met de kennis van zijn luister, die afstraalt van het gezicht van Jezus Christus.” In het Grieks draagt het woord voor luister (ook wel heerlijkheid of glorie) ook nog de indruk van glans of licht in zich mee! Dít is het licht dat wij dragen in ons hart! Paulus laat hier een contrast zien met vers 4 en 5 waarin schrijft dat er nog mensen zijn die het licht van het evangelie, namelijk Jezus’ glorie, het feit dat Hij Heer is - niet kunnen zien, ze zijn verblind omdat er een sluier over dit evangelie ligt. Laten we daarom het licht in de wereld zijn, laten we Zijn licht laten schijnen en verkondigen dat Hij Heer is! 2 Kor. 4: 4-6 ‘Van hen, de ongelovigen, [geldt] dat de god van deze eeuw [hun] gedachten heeft verblind, opdat de verlichting met het Evangelie van de heerlijkheid van Christus, Die [het] beeld van God is, hen niet zou bestralen. Wij verkondigen niet onszelf, wij verkondigen dat Jezus Christus de Heer is en dat wij omwille van Hem uw dienaren zijn. Want de God die heeft gezegd: ‘Uit de duisternis zal licht schijnen,’ heeft in ons hart het licht doen schijnen om ons te verlichten met de kennis van zijn luister, die afstraalt van het gezicht van Jezus Christus.’ [NBV]