Shaykh ʿAbd ar-Razzāq al-Badr – Hafidhahullāh – zei: Het weerleggen van Ahl al-Bidʿah’ en degenen die oproepen tot het volgen van valse begeerten, het waarschuwen tegen hun valsheid, het ontkrachten van hun Shubuhāt (verdraaide argumenten en misvattingen) en dwalende gedachtegangen, het bekendmaken van hun gebreken en tekortkomingen, en het duidelijk maken dat zij niet op de waarheid en het juiste pad zitten, *dit is een verplichte taak voor de mensen van kennis en hun studenten.* Dit zodat men beschermd wordt tegen hun kwaad, en zodat zowel iedereen – ver weg of dichtbij – hun dwaling en afwijking kennen en dat ze ver weg zijn van de waarheid en de juiste leiding. Dit behoort in de Religie tot het gebieden van het goede en het verbieden van het slechte. [Al-Qawl as-Sadīd fī r-Radd ʿalā man Ankara Taqsīm at-Tawḥīd – blz. 9]