ST0088 Vóór de bedekking door het evangelie, gaat de ontdekking van de wet vooraf. Ben je al door de Heilige Geest ontdekt, dat je schuldig staat aan al de geboden van Gods' heilige wet? Galaten 3: 10. Vervloekt is een iegelijk die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet, om dat te doen. O, als je die vervloeking gaat inleven, dan heb je geen leven meer op aarde, want dan moet er een oplossing komen in jouw leven, om weer met God verzoend te worden. Maar hoe? Uit jezelf? Nee, dat is onmogelijk. En toch gaat zo'n bekommerde ziel dat proberen! Ja, dan wil zo'n bekommerde ziel het werkverbond weer opnieuw oprichten... Maar dat kán vanzelf niet! O nee, dan kom je er steeds meer achter hoe diep de zonden in je verankerd zijn, ja, dat je totaal zondig bént! Dan praat je niet meer over jouw zonden, maar dan huil je over jouw zonden voor Gods' aangezicht. Dat gaat gebeuren hoor, als je gaat inleven wie je bent voor Gods' heilig aangezicht! O, dan leef je zo jouw geestelijke doodstaat in! De bevindelijke inleving om zo in een actieve geestelijke doodstaat te liggen, wordt steeds meer een ontzaggelijke werkelijkheid voor je. Ezechiël 37: 2. En Hij deed mij bij dezelve voorbijgaan geheel rondom; en zie, er waren zeer vele op den grond der vallei; en zie, zij waren zeer dor. 3. En Hij zeide tot mij: Mensenkind, zullen deze beenderen levend worden? En ik zeide: Heere HEERE, Gij weet het. Toch zie je hier iets gloren van léven, van geestelijk léven! Alleen in Christus is dat mogelijk. Dat is het heerlijke evangelie, de blijde boodschap, dat je nog zalig kúnt worden! Romeinen 3: 21. Maar nu is de rechtvaardigheid Gods geopenbaard geworden zonder de wet, hebbende getuigenis van de Wet en de Profeten: 22. Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen en over allen die geloven; want er is geen onderscheid. Ezechiël moest profeteren tegen die dorre beenderen, maar kon er zelf geen schijntje leven inpreken. Ezechiël 37: 4. Toen zeide Hij tot mij: Profeteer over deze beenderen, en zeg tot hen: Gij dorre beenderen, hoort des HEEREN woord. Daarom, kom toch  ook met de Pinksterdagen, naar Gods' huis, om die boodschap van vrije genade en verzoening te mogen ontvangen van de Heere, die Gods' ware knechten of in gelezen preken van de HEERE ontvangen! Gods' huis is de werkplaats van de Heilige Geest, en de Heilige Geest wérkt nog steeds! O lezer, dat is nu de Pinkstergeest! Want er moeten nog steeds nieuwelingen worden toegebracht, tot de schare die niemand tellen kan! Op één, door de HEERE gezegende preek van Petrus, mochten er zoveel wederomgeboren worden... Zou de HEERE dan niet bij machte zijn om er één te zaligen? Jij bijvoorbeeld...? Handelingen 2: 41. Die dan zijn woord gaarne aannamen, werden gedoopt; en er werden op dien dag tot hen toegedaan omtrent drieduizend zielen. Want wat gebeurt er met die doodsbeenderen? Ezechiël 37: 9. En Hij zeide tot mij: Profeteer tot den geest; profeteer, mensenkind, en zeg tot den geest: Zo zegt de Heere HEERE: Gij geest, kom aan van de vier winden en blaas in deze gedoden, opdat zij levend worden. 10. En ik profeteerde, gelijk als Hij mij bevolen had. Toen kwam de geest in hen, en zij werden levend en stonden op hun voeten, een gans zeer groot heir. 14. En Ik zal Mijn Geest in u geven, en gij zult leven, en Ik zal u in uw land zetten; en gij zult weten dat Ik, de HEERE, dit gesproken en gedaan heb, spreekt de HEERE. O wat een wonder dan toch van zaligmakende genade! Je kunt nog zalig worden! Je kunt nog uit die ontzaggelijke doodstaat verlost worden, doordat je door de HEERE lévend gemaakt kan worden. Dat eenzijdige werk van God Drieënig, is zo'n álmachtig, herscheppend genadewonder, daar kan Legio slechts iets van stámelen...! Van God de Vader in Zijn verkiezende liefde van eeuwigheid. God de Zoon in Zijn verlossende liefde aan Zijn volk. God de Heilige Geest in Zijn toepassende liefde aan zulke, in zichzelf dode zondaren. Als Zijn liefde toegepast is aan jouw ziel, o, dan ga je zo de zonden haten! Dan sta je zo naar heiligmaking, om dan in te leven, dat je nog zo'n 'doodslucht' bij je draagt... Och, die 'doodslucht' raak je pas kwijt bij de dood, volk des HEEREN! Wonderlijk toch allemaal hè? Zou je dan die lieve, lieve Borg, de Heere Jezus dan niet tot jouw Zaligmaker willen hebben? O, zoek Hem dan naarstig! HIJ wil Zich nog láten vinden! Ja, de Pinkstergeest werkt nog steeds hoor!