
Schriftuurlijk, bevindelijk, geestelijk onderwijs
215 subscribers
About Schriftuurlijk, bevindelijk, geestelijk onderwijs
De eerste alinea van de SPH-stukjes is van wijlen ds. Joh. van der Poel. Deze SPH-stukjes zijn in het verleden geschreven tot geestelijk onderzoek, hoe het ligt, tussen de HEERE en jouw ziel. Ik probeer ze nu wat aan te passen aan het kerkelijk jaar. Ook de ST-stukjes zijn geschreven in de afgelopen jaren op m'n 'status'. Dit waren korte stukjes, die ik nu wat verder uitwerk. De SPH-stukjes worden elke maandag en donderdag verstuurd. De Status-stukjes op zaterdag. Dat de HEERE dit kleine, eenvoudige middeltje zou willen gebruiken tot jouw zaligheid, maar dat het bovenal tot Zijn eer mag zijn. Het gaat in deze stukjes niet om mij, maar alleen om het werk van de HEERE! 1 Korinthe 9:16 Want indien ik het Evangelie verkondig, het is mij geen roem; want de nood is mij opgelegd. En wee mij indien ik het Evangelie niet verkondig. Lucas 8: 30. En Jezus vraagde hem, zeggende: Welke is uw naam? En hij zeide: Legio. Want vele duivelen waren in hem gevaren. ..... 35. En zij gingen uit om te zien hetgeen geschied was, en kwamen tot Jezus, en vonden den mens van welken de duivelen uitgevaren waren, zittende aan de voeten van Jezus, gekleed en wel bij zijn verstand; en zij werden bevreesd. ..... 38. En de man van welken de duivelen uitgevaren waren, bad Hem dat hij mocht bij Hem zijn. Maar Jezus liet hem van Zich gaan, zeggende: 39. Keer weder naar uw huis, en vertel wat grote dingen God u gedaan heeft. En hij ging heen, door de gehele stad verkondigende wat grote dingen Jezus hem gedaan had. Wat een wonder van zaligmakende genade.. Zeg, heb je jezelf al leren kennen als zo'n Legio? In jezelf blijf je altijd een Legio op aarde, maar bij de HEERE vandaan een 'Geredde ín Christus'... Gun je ook anderen om deze stukjes te lezen? Ach, het is zo'n eenvoudig middeltje om te zaaien... Dat het toch mag dienen, tot uitbreiding van Gods' Koninkrijk, maar dat het bovenal tot eer van de HEERE mag zijn! Stuur deze kanaallink https://whatsapp.com/channel/0029VaDHEsZK0IBaYEuwyn2G door naar anderen, of in je status!
Similar Channels
Swipe to see more
Posts

ST0086 Het heden, dat is onze genadetijd, is meer waard dan 1000 ton goud. Want als het heden ophoudt, is het eeuwigheid. Wat zijn we toch bezig met het hier en nu. We zwoegen wat af, om maar rijker te worden. En waarvoor? Vaak om te pronken. Hoeveel boterhammen kun je meer tegelijk naar binnen werken, als je duizend euro op de bank hebt staan, of als je één miljoen euro op de bank hebt staan? Smaakt jouw plak ham op brood lekkerder, als het een centimeter dik is, doordat je dit zou kunnen betalen? Ach, zo kan Legio wel doorgaan. Je begrijpt vast de strekking wel. Een man vertelde eens aan Legio, dat iemand iets heel moois en duurs gekocht had, iedereen in de buurt mocht het zien. Toen vroeg een andere man aan hem: "Als je geen buren had, had je het dan ook gekocht?" Wat is het vaak eerzucht, nietwaar? O, Legio weet hier zo goed over mee te praten, want dat leefde ook in zijn hart, totdat de Heere bijna alles afnam. Lucas 9: 25. Want wat baat het een mens, die de gehele wereld zou winnen, en zichzelven verliezen of schade zijns zelfs lijden? Wat is de Heere dan toch goed voor zo'n doorbrenger. O lezer, als je de HEERE tot je Deel mag hebben, én bovenal als de HEERE daar Zelf ook van afweet, dan kom je steeds losser en losser van het aardse. Dan telt er geen goudkorreltje meer hoor! Och, ís er feitelijk wel iets van ons? Is niet alles van de HEERE? Haggaï 2: 9. Mijne is het zilver en Mijne is het goud, spreekt de HEERE der heirscharen. In het heden kun je eeuwigheidswinst 'gratis' bij de Heere krijgen, je kunt nog zalig worden. De zaligheid gaat mee naar de eeuwigheid. Goud niet, nog geen grammetje. Al zou je met tere eerbied gezegd, jouw kist vol laten stoppen met goud, het zal je niets baten. Hoevelen doen dit toch? Zie het maar eens bij de Egyptische Farao's in hun pyramiden... De 'rijke man' uit de Bijbel, lag in de hel, zonder iets van zijn aardse goederen mee te kunnen nemen. En in de hemel...? Ach, daar gaat het niet om de gouden straten, en de edelstenen. Daar gaat het om de HEERE! Ezechiël 48: 35. De naam der stad zal van dien dag af zijn: De HEERE is ALDAAR. Kanttekening 31: En dienvolgens heil en zaligheid. Hebreeuws: JEHOVAH SCHAMMAH O, is de HEERE dan niet oneindig, oneindig meer waard dan álle goudkorrels bij elkaar? Ja, is dat zo voor je? Of hang je ook, net als Legio vroeger, aan de goudkorrels? Weet je waar er héél veel goudkorrels voor het oprapen liggen? In Gods' woord, op de markt van vrije genade! Daar mag je net zoveel goudkorrels oprapen als je wilt. Zeg, zou je er alles voor over hebben, om Dé Parel van grote waarde, tot jouw Deel te mogen hebben? Matthéüs 13: 44. Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk een schat, in den akker verborgen, welken een mens gevonden hebbende, verborg dien, en van blijdschap over denzelven gaat hij heen en verkoopt al wat hij heeft, en koopt dienzelven akker. 45. Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk een koopman die schone parelen zoekt; 46. Dewelke hebbende één parel van grote waarde gevonden, ging heen en verkocht al wat hij had, en kocht dezelve. Ach, zoek dan toch verzoend te worden in het bloed van de Heere Jezus. Zijn bloed is oneindig meer waard, dan 1000 ton goud. O, de HEERE nodigt je zo heel ernstig! Lees het maar in Jesaja 55: 1. O alle gij dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja, komt, koopt zonder geld en zonder prijs, wijn en melk. 2. Waarom weegt gijlieden geld uit voor hetgeen dat geen brood is, en uw arbeid voor hetgeen dat niet verzadigen kan? Hoort aandachtiglijk naar Mij en eet het goede, en laat uw ziel in vettigheid zich verlustigen. 3. Neigt uw oor en komt tot Mij, hoort en uw ziel zal leven; want Ik zal met u een eeuwig verbond maken en u geven de gewisse weldadigheden Davids. Och lezer, wat weerhoudt je dan toch om door de HEERE gevonden te worden... Wil je je dan niet laten vinden? Verstop je jezelf dan, met eerbied gezegd, onder het goud van de aarde, zodat de HEERE je niet kán vinden? Ach, áls de HEERE je wilt vinden, dan vindt HIJ je wel hoor, want de HEERE ziet alles! 2 Kronieken 16: 9. Want den HEERE aangaande, Zijn ogen doorlopen de ganse aarde, om Zich sterk te bewijzen aan degenen welker hart volkomen is tot Hem. Toe, laat je toch vinden! Bij de HEERE is alles te verkrijgen, en dat om niet! Nehemia 5: 9. Zoudt gij niet wandelen in de vreze onzes Gods?

SPH0008 Het er niet mee eens te zijn dat God, Die alles in Zijn hand heeft, niets in handen geeft, is een moeilijke bezigheid. De Heere is Schepper, Regeerder en Eigenaar van de hele wereld, en van alles wat er zich buiten onze aarde bevindt. De Heere heeft, omdat HIJ Regeerder is, het hele wereldgebeuren in Zijn hand. De Heere is dus ook Schepper en Eigenaar van ons. Sta je daar wel eens bij stil? Wij zijn Zijn eigendom, althans, dat behoren we te zijn! Maar wij willen Zijn eigendom niet zijn van nature. We hebben voor de vorst der duisternis gekozen in ons bondshoofd Adam. Dat is erg, ja, dat is verschrikkelijk! De onbeschrijfelijke goede God, hebben wij de rug en nek toegekeerd!!! Wij wilden niet, dat de Heere langer Koning over ons was. En dat is niet alleen in het Paradijs gebeurd, maar daar kiezen we nog elke dag opnieuw voor. Als het tegenzit in ons leven, geven we de Heere de schuld. Dan denken we: HIJ geeft dit niet of dat niet, ondanks ons eisende bidden... Dat we nergens meer recht op hebben, slaan we maar over, want we bidden toch weer tot Hem!... Dan kan de Heere toch wel naar ons luisteren...? Eigenlijk bedoelen we, dat de Heere ons moet gehoorzamen... O, als Heere niet naar ons hoort, dan zijn we eerst een beetje ontstemd. Nog maar eens opnieuw eisend bidden, iets meer dwingend, misschien luistert de Heere nu wel. Maar het blijft stil aan Gods' kant. Na verloop van tijd, raken we verbitterd tegen de Heere, of jij niet? We hebben al zo vaak gebeden, maar de Heere hoort ons niet! Het kan wel zo ver komen, dat je denkt: "Ik blijf niet aan de gang, ik blijf niet bidden, wat denkt de Heere wel van mij, van die eigengerechtigde IK!!!?" Wat onbeschrijfelijk brutaal zijn wij hè? We zijn minder dan niets, en toch de Heere willen voorschrijven, hoe HIJ het doen moet in ons leven... Ach, rechtvaardig zou HIJ ons weg moeten doen van voor Zijn aangezicht. Maar nochtans laat de Heere ons nog steeds in het land der levenden. Weet je waarom? Ezechiël 33: 11. Zeg tot hen: Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo Ik lust heb in den dood des goddelozen! Maar daarin heb Ik lust, dat de goddeloze zich bekere van zijn weg en leve. Bekeert u, bekeert u van uw boze wegen, want waarom zoudt gij sterven, o huis Israëls? Lig je nu vaak ootmoedig te smeken zoals David dit deed? Psalm 28: 1. Een psalm van David. Tot U roep ik, HEERE; mijn Rotssteen, houd U niet als doof van mij af; opdat ik niet, zo Gij U van mij stilhoudt, vergeleken worde met degenen die in den kuil nederdalen. Ook na ontvangen genade, zijn we nog zo vaak rechthebbend. Als de HEERE Zich dan terughoudt, dan is dat zo moeilijk om te aanvaarden. Maar kind des HEEREN, doet de HEERE het dan verkeerd in jouw leven? Is het niet enkel en alleen genade van Zijn kant, dat je nog mag zijn wie je bent? Ook jij en Legio lagen onder Gods' rechtvaardige toorn hoor! Alleen om Gods' ontfermende liefde in Christus, kan en wil HIJ met je te doen hebben! O, verneder je dan onder de hand van de HEERE, want dat is zo'n zoet plekje. De HEERE beproeft je alleen, als HIJ Zich voor een tijdje stilhoudt. Als je niets van de HEERE krijgt, in zo'n tijd van beproeving, is het zo benauwd in de ziel. Zie het maar eens bij Jeremia, hoe verdrietig Jeremia was. Jeremia 20: 8. Want sinds dat ik spreek, roep ik uit, ik roep geweld en verstoring; omdat mij des HEEREN woord den gansen dag tot smaad en tot schimp is. 9. Dies zeide ik: Ik zal Zijner niet gedenken, en niet meer in Zijn Naam spreken. Maar het werd in mijn hart als een brandend vuur, besloten in mijn beenderen; en ik bemoeide mij om te verdragen, maar kon niet. O, dan doet de duivel er vaak nog een schepje boven op: "Waar is God, op Wien gij bouwdet, En aan Wien g' uw zaak vertrouwdet?" Dan kan het zo donker zijn in je ziel hè? Toch drijven deze beproevingen, je altijd weer terug in de handen van de HEERE, want waar zou je anders heen moeten? Psalm 142: 4. Als mijn geest in mij overstelpt was, zo hebt Gij mijn pad gekend. Zij hebben mij een strik verborgen op den weg dien ik gaan zou. 5. Ik zag uit ter rechterhand, en zie, zo was er niemand die mij kende, er was geen ontvlieden voor mij; niemand zorgde voor mijn ziel. 6. Tot U riep ik, o HEERE; ik zeide: Gij zijt mijn Toevlucht, mijn Deel in het land der levenden. Zo moesten de discipelen elke keer met een leeg mandje naar de Heere Jezus toe, bij de wonderbare spijzigingen. Ach, toen moesten ze hun lege mandje laten zien aan de Heere Jezus...: "Heere Jezus, m'n mandje is weer leeg, zou U er nog wat in willen leggen?" Kom je zo ook wel eens bij de Heere Jezus? Heb je nog weleens een leeg mandje? Lig je heel vaak, zo laag, zo diep nederig aan de voeten van de Heere Jezus, om nog weer wat van Hem te mogen ontvangen? Wil je ook door Hem verzadigd worden, ben je hongerig naar Hem? De Heere Jezus is het Levende Brood! Johannes 6: 35. En Jezus zeide tot hen: Ik ben het Brood des levens; die tot Mij komt, zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten. Ach, volk des HEEREN, ga maar naar Hem toe hoor! Laat de 'wereld' dan maar van je vinden, wat ze van je denken, want op zo'n nauw en teer leven met de HEERE, komt de hele hellemacht en de wereld af!! Wees dan maar getroost dat dit gebeurt, want op een 'leeg schip', komen de duivel en de wereld niet af. Geef je ziel toch in Gods' handen, dat is het allerbeste plekje. Daar is het zó zoet, zó heilig en zó teer! Dan mag je je in diepe ootmoed, ín Christus, koesteren in Zijn onbegrijpelijke zondaarsliefde... Dat is zó onbevattelijk! Dat gebeurt toch wel eens zielsbevindelijk? Och, dan word je het zo met de HEERE eens, hoe HIJ ook handelt met je in jouw leven. Johannes 3: 30. Hij moet wassen, maar ik minder worden. O medereiziger naar de eeuwigheid, wil je niet minder worden, maar jezelf bóven de HEERE verheffen, weet dan, dat de HEERE straks in jouw verderf zal lachen! Keer toch weder tot de HEERE, en verneder je toch voor Zijn aangezicht! Het is nog genadetijd, ook voor jou. Spreuken 1: 23. Keert u tot Mijn bestraffing; zie, Ik zal Mijn Geest ulieden overvloediglijk uitstorten; Ik zal Mijn woorden u bekendmaken. 24. Dewijl Ik geroepen heb en gijlieden geweigerd hebt, Mijn hand uitgestrekt heb en er niemand was die opmerkte, 25. En hebt al Mijn raad verworpen, en Mijn bestraffing niet gewild, 26. Zo zal Ik ook in ulieder verderf lachen; Ik zal spotten wanneer uw vreze komt. 27. Wanneer uw vreze komt gelijk een verwoesting, en uw verderf aankomt als een wervelwind, wanneer u benauwdheid en angst overkomt, 28. Dan zullen zij tot Mij roepen, maar Ik zal niet antwoorden; zij zullen Mij vroeg zoeken, maar zullen Mij niet vinden; 29. Daarom dat zij de wetenschap gehaat hebben, en de vreze des HEEREN niet hebben verkoren.

ST0087 Zalig worden is geen 'coöperatie', maar een 'operatie'. Vele 'gelovigen' willen een samenwerking met de Heere Jezus om zalig te worden. De Heere Jezus mag dan een helpende Zaligmaker zijn. Ach, velen menen op grond van de Heilige Doop en belijdenis des geloofs, zalig te zijn. De Heilige Doop staat echter in het wezen van het geloof. De HEERE betoont in de Heilige Doop, dat HIJ met de zondaar ín het genadeverbond wil komen. De Heilige Doop is ook géén voorwaarde om zalig te worden. Markus 16: 16. Die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden; maar die niet zal geloofd hebben, zal verdoemd worden. Als de Heilige Doop noodzakelijk zou wezen tot zaligheid, dan zou de zaligheid afhangen van menselijk handelen. De belijdenis des geloofs is geen bevestiging van het zaligmakende geloof, maar dat men instemt met de leer, overeenkomstig Gods' woord! Jongeren nemen dan de verantwoordelijkheid over van hun ouders. Er wordt zoveel door elkaar heen gehaald in deze zaken betreffende de leer der Godzaligheid. Zalig gemaakt worden, is het éénzijdige werk van God Drieënig! Door te menen dat de mens zélf wat aan de zaligheid moet toedoen, haalt men zo Zijn almacht onderuit. Wat een miskenning van Zijn Godheid is dit toch! Efeze 2: 5. Ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus (uit genade zijt gij zalig geworden), Kan een nietig zondig mens, de Heere helpen? Ach nee, zalig worden is een 'operatie', die de HEERE uitvoert! De zondaar moet afgesneden worden uit de stam van Adam, en ingeënt worden in de Wortel Christus. Dat is een almachtige daad van de HEERE. Daar werkt een zondaar eerder in tegen, dan dat hij mee zou werken. Want een zondaar zit buiten de werking van de Heilige Geest in het hart, nog zo muurvast aan de stam van Adam, aan de wereld en aan de zonden. Alles doet de zondaar er aan, om vast te blijven zitten aan de stam van Adam. Ook ná ontvangen zaligmakende genade, kan dat helaas nog zo zijn. Een kind des HEEREN zei eens: "Mijn ziel schreeuwt naar God, en mijn hart jankt naar de zonden!" Ja, hij kende zichzelf een beetje... Zeg, ben jij al 'geopereerd', of werk je nog steeds aan de 'coöperatie'? O, Legio bedoelt dit met heilige eerbied, maar werk je dan maar 'dood'. Dat is de kortste weg, om levend gemaakt te worden door de Heilige Geest. Legio hoopt dan zo, dat je dan ingeënt mag worden in Christus! Uit welke stam trekt jij de sappen? Ben je reeds ingeënt in de Heere Jezus? Dan weet je wel van die ' coöperatietijd' af, of niet? Want ja, de meesten van Gods' volk wilden ook zo wat graag toedoen aan hun zaligheid, totdat de HEERE een afgesneden zaak op aarde deed voor hen. Romeinen 9: 28. Want Hij voleindt een zaak en snijdt ze af in rechtvaardigheid; want de Heere zal een afgesneden zaak doen op de aarde. Dat is de laatste bijlslag, waar Ds. Thomas Boston van schrijft in de Viervoudige Staat. En als je van geen 'coöperatietijd' afweet, en ook niet van deze 'operatie', ach, zou je de Heelmeester dan niet naarstig gaan zoeken? HIJ wil je zo graag 'opereren', afsnijden uit Adam en inenten in Christus! Deze 'inenting' is geoorloofd hoor, want dat doet de HEERE Zelf... O, zoek Hem dan toch, nu het nog kan. Het is nog steeds genadetijd, ook voor jou!!! Je kunt, met tere eerbied gezegd, nog 'geopereerd' worden!

SPH0009 Ook dit is een dwaasheid, het beter te willen weten dan de Alwetende. Wie is de Alwetende? Is er Iemand die écht alles weet? Ja, het is de Heere Zelf!! Denk je daar weleens over na? De Heere weet precies wat je denkt, zegt of doet. Van eeuwigheid af al, weet de Heere reeds alles van je. Psalm 139: 4. Als er nog geen woord op mijn tong is, zie, HEERE, Gij weet het alles. Ook van al jouw en Legio's zondige gedachten, zondige dromen, zondige daden en zondig spreken. Van al hetgeen je gaat zeggen, weet de Heere af. Als je dit werkelijk inleeft, dan zou je toch haast niets meer durven zeggen of denken? Want al onze gedachten, woorden en werken, zijn bezoedeld door de zonden. Dat komt omdat we een boos en zondig hart hebben. Ons hele bestaan, is van de Heere afgekeerd. Is dit al een ontzaggelijke werkelijkheid voor je geworden, lezer? Kun je dan met deze wetenschap, zo heel rustig voortleven naar de nooit eindigende eeuwigheid? Galaten 5: 19. De werken des vleses nu zijn openbaar; welke zijn overspel, hoererij, onreinheid, ontuchtigheid, 20. Afgoderij, venijngeving, vijandschappen, twisten, afgunstigheden, toorn, gekijf, tweedracht, ketterijen, 21. Nijd, moord, dronkenschappen, brasserijen en dergelijke; van dewelke ik u tevoren zeg, gelijk ik ook tevoren gezegd heb, dat die zulke dingen doen, het Koninkrijk Gods niet zullen beërven. En nu willen wij, jij en Legio, met dit zondige bestaan, tegen de Heere opstaan. Wij willen het beter weten dan de HEERE, de Alwetende! Daar doet ook de wetenschap alles voor. Miljarden worden daaraan uitgegeven. En geen mens kan zelfs maar één grassprietje laten groeien... Een jongen speelde eens op het strand. Hij schepte zeewater in een kuiltje. Een atheïstische professor zei tegen hem, dat hij nooit al het zeewater in dat kuiltje kreeg. De jongen zei toen, dat de professor ook nooit al Gods' wijsheid in zijn hoofd kon krijgen... Wat een les kreeg deze man van dat jongetje hè? 1 Korinthe 3: 19. Want de wijsheid dezer wereld is dwaasheid bij God. Want er is geschreven: Hij vat de wijzen in hun arglistigheid; 20. En wederom: De Heere kent de overleggingen der wijzen, dat zij ijdel zijn. Het toch gaan we maar door, om te proberen de HEERE te doorgronden... Die oerzonde begon in het Paradijs. We wilden daar reeds als God wezen, kennende het goed en het kwaad. Ach, nu willen we ten diepste ook nog de HEERE voorschrijven, hoe de HEERE zondaren bekeren moet; als we al geloven dat we zondig zijn, want dat wordt al door velen niet meer geloofd. Als de HEERE het niet doet zoals wij, dwazen, menen hoe een mens zalig moet worden, dan bedenken we zelf wel, hoe een mens 'zalig' wordt. En of de HEERE het daarmee eens is, deert ons niet eens... 1 Korinthe 2: 14. Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen die des Geestes Gods zijn; want zij zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden worden. Velen denken zo menselijk over de HEERE, op zo'n manier, dat we het beter weten dan de HEERE. De HEERE moet niet zo moeilijk doen toch? Zalig worden, hoeft toch niet door zo'n afsnijdende weg? Moet je écht zondaar voor God worden? Ach welnee, zeggen velen, dat was iets van vroeger, toen wist men niet beter... Nee, nu weten we veel beter hoe de HEERE een mens zalig moet maken. Gewoon geloven, want God is liefde, je neemt Jezus aan, en... je bent zalig! O, wat vreselijk om met zo'n ingebeelde zaligheid naar de Godsontmoeting te reizen. Wat is er dan veel gebed nodig voor zulke mensen, want het zijn allemaal mensen met een ziel voor de eeuwigheid! Weet je wat het grote probleem is van deze ontwikkelingen? Het gaat niet meer om de eer van de HEERE, maar om de eer van de mens, om het goede, fijne gevoel, die de zondige mens wil hebben! De HEERE mag hooguit nog wat meedoen! Ach, die ouderwetse Statenvertaling, als je die leest, dan is het ook bij de mens vandaan wel logisch, dat het onmogelijk is om zalig te worden... Maar daar heeft men wel wat op bedacht. We vertalen de 'bijbel' op zo'n manier, dat het heel makkelijk is om 'gelovig' te worden. Gods' woord wordt aangepast aan ons inzicht en aan onze behoefte... Zo reizen er zeer velen, met een ingebeelde zaligheid naar de rámpzaligheid! Maar o wee mens, als je zo voort leeft, graaf je je eigen eeuwige rampzaligheid!!! Mattheus 7: 22. Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten gedaan? 23. En dan zal Ik hun openlijk aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij die de ongerechtigheid werkt. Arme, arme mens, als je denkt, dat je het beter weet dan de Alwetende. Hiermee ga je voor eeuwig verloren! Denk je nu werkelijk, dat de HEERE Zijn eigen, enige, lieve Zoon, zo heeft laten lijden, als het zo makkelijk opgelost kon worden? Nee, er moet aan Gods' recht voldaan worden, en dat houdt in, dat de HEERE de zonden straffen móet! En de HEERE doet dat ook, of persoonlijk als we niet-wederomgeboren blijven, of in de Ander, in Christus! O zondaar, probeer dan toch niet wijzer te wezen dan de HEERE, maar buig en buk je toch als een dwaze, niets wetende, voor Zijn heilig aangezicht neer! Zeg toch, net als Asaf, tegen de Heere dat je een dwaas bent, en een zondig mens. Psalm 73: 21. Als mijn hart opgezwollen was, en ik in mijn nieren geprikkeld werd, 22. Toen was ik onvernuftig en wist niets, ik was een groot beest bij U. Voor zulken wilde de Heere Jezus naar deze aarde komen. Alleen voor hen, die hun ellendige bestaan hebben ingeleefd en doorleefd. Voor hen, die alleen ín Christus geborgen zijn, en staan naar heiligmaking! Wij kunnen niets aan onze zaligheid doen, het is Gods' gave... Efeze 2: 8. Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof, en dat niet uit u, het is Gods gave; 9. Niet uit de werken, opdat niemand roeme. Lees het ook maar in onderstaande verzen; hierin staat 3 keer 'Gij', Die het doet! Psalm 73: 23. Ik zal dan geduriglijk bij U zijn; Gij hebt mijn rechterhand gevat. 24. Gij zult mij leiden door Uw raad; en daarna zult Gij mij in heerlijkheid opnemen. Daarom kan het nog, ook voor jou! Omdat het Gods' werk is. Zul je Hem er dan eerbiedig, boetvaardig en schuldverslagen om bidden? O, smeek de HEERE toch om zaligmakende genade! Doe het toch, doe het toch! Straks zul je God moeten ontmoeten, en als je dan niet wederomgeboren bent, is het voor eeuwig te laat... Dan zul je weten, dat de Heere de Alwetende wás, is en eeuwig blijft!

ST0085 'U Alleen', gaat naar de Hemel. 'IK Alleen', gaat naar de hel. Ja, het zijn twee familieleden van elkaar. Hun achternamen zijn hetzelfde. Ze wonen ook bij elkaar. Legio schrijft misschien wat confronterend over 'IK Alleen', maar leg jouw leven er eens naast! 'IK Alleen', houdt geen rekening met de HEERE. Nee, die gaat alleen voor 'IK'... Het hier en nu, heeft de bijzondere aandacht voor 'IK Alleen'. Bijvoorbeeld, regelmatige en vele genietingen in dit leven te hebben; een prachtige woning, kleding, auto, banksaldo, vrienden en vriendinnen, eer en aanzien... Volop aan de wereld en de zonden zuigen, zoveel als het maar kan. Of Gods heilige geboden daarmee in het geding zijn, doet er niet zo toe. Als 'IK Alleen' maar aan z'n trekken komt. O, Legio moet zijn handen in eigen boezem steken, want dat was zijn leven... Ikke, ikke, ikke, en de rest kon..., ach je weet wel wat er achteraan komt. Ja, er mocht wel een 'vroom' sausje over gegoten worden, vanzelf wel... Want ja, je moet tenslotte ook nog een keer sterven als je oud geworden bent. Om dan eh..., ja, om dan helemaal godsdienstig niets te hebben kan toch ook weer niet. Nee, 'IK Alleen' moet wel wat achter de hand hebben, mocht het toch plotseling sterven worden. Dan kunnen we tenminste tegen de Heere zeggen, als we geoordeeld worden, dat we toch ook nog wel wat aan het 'geloof' deden... Ach, misschien tegen de tijd dat 'IK Alleen', oud is geworden en de tijd aanbreekt om te gaan sterven, dan kan 'IK Alleen' nog wel een ernstige poging doen om zalig te worden. Zo rekent 'IK Alleen' op zichzelf aan. Echter zonder te rekening te houden met de Heere. Want helaas kan 'IK Alleen' de Heere niet voorrekenen hoe het moet, al zou 'IK Alleen' dat zo graag willen... O, dan moet 'IK Alleen' straks, alléén naar de eeuwige rampzaligheid, want dan is er niemand meer om te helpen, niemand meer om te verlossen! Eeuwig alleen, met vele anderen in de hel... Ach, zoek dan toch, om ín Christus, met God verzoend te worden! Het is nog het heden van genade! Maar 'U Alleen' dan? 'U Alleen' is zo bang voor de zonden. O, 'U Alleen' is zo bang voor 'IK Alleen'. Want 'IK Alleen' woont nog steeds bij 'U Alleen' onder hetzelfde dak... Soms begint 'IK Alleen' te strijden met 'U Alleen'. Het hele huis schut dan op de Fundering. Maar de Fundering is zeer hecht. Het is de Rotssteen Zelf! In dat huis heeft 'U Alleen' een kamertje... 'Binnenkamertje' staat er op de deur geschreven. Meestal als 'U Alleen' daar naar binnen vlucht, blijft 'IK Alleen' buiten de deur. Sóms glipt 'IK Alleen' echter ook mee naar binnen... Die het vatten kan, vatte het. Vaak staat 'IK Alleen, 'U Alleen' wel weer op te wachten buiten het binnenkamertje, om opnieuw te gaan strijden. Dat duurt zolang, totdat het 'huis' er niet meer is... Ja, in dat 'binnenkamertje' leeft 'U Alleen' in tere ootmoed voor de HEERE. 'U Alleen' ligt daar zo vaak te huilen, en de HEERE te bidden en te smeken, om verlost te worden van 'IK Alleen'. Maar ook buiten dat binnenkamertje, zoekt 'U Alleen' de HEERE. 'U Alleen' weegt alles, wat hij of zij doet in het leven, als de HEERE maar aan Zijn eer komt. Want bij 'U Alleen' gáát het om de HEERE! Dan mag 'U Alleen', straks eeuwig bij de HEERE wezen, als dit aardse huisje afgebroken is... Johannes 14: 2. In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden. 3. En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn en u plaats zal bereid hebben, zo kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt waar Ik ben. Zeg lezer, wie ben jij, wie is Legio? 'U Alleen', of 'IK Alleen'? Geef eens een eerlijk antwoord, tussen de Heere en jouw ziel! Psalm 75 vers 1 U alleen, U loven wij; Ja, wij loven U, o Heer’! Want Uw Naam, zo rijk van eer, Is tot onze vreugd nabij; Dies vertelt men, in ons land, Al de wond’ren Uwer hand.

SPH0010 Men kan God niets afnemen, en de gehele wereld werkt dag en nacht om Hem alles af te nemen. De Heere is Bezitter van alles wat er bestaat, van wat we zien en van hetgeen we niet zien. De wereld om ons heen, kunnen we zien, maar onze gedachten bijvoorbeeld, kunnen we niet zien. Toch bestaan onze gedachten wel! Zo is dat ook met Gods' verborgenheden voor ons mensen. Die kunnen we niet zien, maar ze zijn er wel! Wij denken dat wij de Heere kunnen evenaren, en dat willen we ook. Daar doen we zelfs alles voor... Wij willen en wilden als God zijn, kennende het goed en het kwaad. Daar hadden en hebben we zelfs ons leven voor over. Ja, ten diepste zelfs de eeuwige staat van ons... Heb je daar wel eens bij stil gestaan? In het Paradijs zijn we tegen de Heere opgestaan, daar begon de opstand en de ongehoorzaamheid reeds. Terwijl de Heere ons nog zo had gewaarschuwd, door niet te eten van de boom der kennis des goeds en des kwaads. Ja, we wisten zelfs de straf al, als we ongehoorzaam waren, als we toch aten van deze boom. Het is de drievoudige dood... Maar nee, we moesten en zouden als God zijn...! We wilden en willen Hem van Zijn eer beroven! De hele wereld is daar nog altijd mee bezig, dag en nacht. Jij ook nog steeds? Is dat niet vreselijk erg dan? Wij, jij en Legio zijn minder dan zwarte stofjes, die de Heere Zelf geschapen heeft, wij willen als de Heere wezen... Zeer velen zeggen gewoon dat God niet bestaat, omdat ze Hem niet kunnen doorgronden. Hoe vaak is de wetenschap al niet bijgesteld, omdat de 'geleerden' het toch niet bij het rechte eind bleken te hebben. Nu mag er vanzelf wel wetenschap zijn, er mogen zeer zeker onderzoeken plaats vinden. Maar is het bedoeld om de Heere van Zijn troon te stoten of niet? De schepping, Zijn scheppingswerk kunnen we bij lange, lange na niet doorgronden, laat staan de Schepper Zélf! Jesaja 55: 8. Want Mijn gedachten zijn niet ulieder gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de HEERE. 9. Want gelijk de hemelen hoger zijn dan de aarde, alzo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen, en Mijn gedachten dan ulieder gedachten. Zelfs Gods' woord, de Bijbel, willen we aanpassen aan onze begrippen, gedachten en wil. Maar Gods' woord kan niet aangepast worden, hooguit de vertalingen, en daar zijn we dan ook druk mee bezig. Gods' woord wordt dan zo vertaald, zodat we God denken te 'begrijpen', terwijl Gods' woord een geloofsleer is, en geen begripsleer! Ja, we proberen het wonder van vrije, souvereine genade uit Gods' woord weg te halen!!! Velen willen de zaligmakende genade, zelf 'grijpbaar' maken, het werkverbond weer oprichten, en zo God aan de kant schuiven... Al maar verder en verder, gaan we zo van de Heere af staan. We beredeneren alles, zoals wij denken dat het moet zijn. Ja, we zijn in alle opzichten 'eerrovers van God' geworden. En toch wil de Heere nog met zondaren ín Christus, van doen hebben. Daar wilde HIJ Zijn eniggeboren Zoon voor geven. En wat doen we prompt met deze énige Mogelijkheid om zalig te worden? De Heere Jezus aan de kant schuiven, ja we proberen Hem te doden zelfs. Met het proberen om de Heere Jezus te vermoorden, of niet geboren te laten worden, is de duivel altijd al bezig geweest. Kijk maar Abram en Saraï, toen Abram zijn vrouw Saraï aan de Farao gaf. Als dat huwelijk tussen Farao en Saraï definitief was, kon de Heere Jezus nooit geboren worden. Genesis 12: 13. Zeg toch: Gij zijt mijn zuster; opdat het mij welga om u, en mijn ziel om uwentwil leve. Athália wilde het koningshuis van Juda uitroeien, zodat de Heere Jezus uiteindelijk niet geboren kon worden. 2 Koningen 11: 1. Toen nu Athália, de moeder van Aházia, zag dat haar zoon dood was, zo maakte zij zich op en bracht al het koninklijke zaad om. Ook toen de Heere Jezus geboren was, trachtte Herodus, de Heere Jezus te vermoorden. Mattheus 2: 13. Toen zij nu vertrokken waren, zie, de engel des Heeren verschijnt Jozef in den droom, zeggende: Sta op, en neem tot u het Kindeken en Zijn moeder, en vlied in Egypte, en wees aldaar, totdat ik het u zeggen zal; want Herodes zal het Kindeken zoeken om Hetzelve te doden. En wij dan, wat doen wij? Ja, ook wij, jij en Legio, verstoten de Heere Jezus! Ook Gods' volk??? Ja, volk des HEEREN, ook wij... Heb je het reeds ingeleefd, dat je ook een moordenaar van de Heere Jezus bent? Door onze zonden, hebben we Hem aan het kruishout geslagen hoor! Voor Zijn volk, moest HIJ de dood in... O, leef daar toch teer mee, dat bewaart je zo voor zondigen! Ach, met de Kerstdagen denken we wel aan de Heere Jezus. Kijk in die tijd maar om je heen. Alles is in de ban van de gezelligheid. Lampjes, sfeer, lekker eten, wijntje, enz. En op zich is er niets mis aan gezelligheid hoor, maar het gaat meestal ten koste van de gedachtenis aan Hét Kind. Waar het ten diepste om gaat, de nederige geboorte van de Heere Jezus op aarde, schuift dan vaak naar de achtergrond. Of heb je al liggen schreien en huilen over het gemis van de Heere Jezus in jouw ziel? Ben je aan de beestenstal in jouw hart ontdekt? Als je die ontzaggelijke toorn van de Heere ervaart in jouw ziel, over de zonden, 'feest' je dan met Kerst? Zou je dan niet eerder kermend over de wereld gaan, en de Heere smeken: "Ach Heere, het is zo'n beestachtige zondeboel in mijn hart. Ik ben zo'n onreine! Ik heb gedaan wat kwaad is in Uw ogen. Daarom ben ik des doods waardig. Maar Heere, ontfermt U mijner toch! Kom toch in mijn hart, met Uw zaligmakende genade! O God, wees mij zondaar genadig!" Zou je dan geen ander Kerstfeest hebben dan de 'wereld'? O lezer, als je dit grote wonder van genade in jouw ziel mag ontvangen, dan krijg je een Kerstfeest, wat je tot in de eeuwigheid niet meer vergeet! Dan gaat het enkel en alleen om de HEERE, om de VerbondsJehova! Dan kan al die glitter, romantiek, enz. je gestolen worden. Dan blijft God Drieënig alleen over, en val je zelf overal tussenuit! Psalm 72: 18. Geloofd zij de HEERE God, de God Israëls, Die alleen wonderen doet. 19. En geloofd zij de Naam Zijner heerlijkheid tot in eeuwigheid; en de ganse aarde worde met Zijn heerlijkheid vervuld. Amen, ja amen. O, dan zal het in alle eeuwigheid wezen; Jesaja 6: 3. En de een riep tot den ander en zeide: Heilig, heilig, heilig is de HEERE der heirscharen; de ganse aarde is van Zijn heerlijkheid vol. Zucht jouw ziel hier ook naar? Naar die tere, onbeschrijfelijke liefde van HEERE tot je ziel? Als dit in waarheid zo mag zijn in je ziel, dan komt HIJ ook hoor, op Zijn tijd! O lezer, dan val je biddend en smekend in je binnenkamertje op je knieën, en zucht je vol hunkering tot de Heere Jezus, jouw Zaligmaker, wat er staat in Openbaring 22: 20. Die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom haastelijk. Amen. Ja, kom, Heere Jezus. 21. De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen. Ook op Hemelvaartsdag, kan Gods' volk dan zo zuchtend van teer verlangen naar de lucht kijken, of de Heere Jezus al weer terugkomt op de wolken van de hemel. Om dan eeuwig in volmaakte, volkomen reinheid met de HEERE te wezen... O, eeuwige gelukszaligheid, om dan eeuwig volmaakt mét Christus, ja, met God Drieënig te wezen...! Johannes 12: 32. En Ik, zo wanneer Ik van de aarde zal verhoogd zijn, zal hen allen tot Mij trekken. Want dat ligt zó vast in Christus! Heb je het net gelezen? Dan ben je even boven het stof! Ken je dat ook??? Dan kan de HEERE niets verkeerd meer doen in je leven. Ach, dan ga zo staan, naar een heilig, nauw, teer en ootmoedig leven met de HEERE. Dan is er zoveel wederzijdse liefde ín Christus, met God Drieënig. Hooglied 1: 4. Trek mij, wij zullen U nalopen. De Koning heeft mij gebracht in Zijn binnenkameren; wij zullen ons verheugen en in U verblijden; wij zullen Uw uitnemende liefde vermelden, meer dan den wijn; de oprechten hebben U lief. Och, het beleven van deze tere dingen, is eenvoudiger, dan om het te vertellen... Dat kán Legio ook niet. Daar is de eeuwigheid voor nodig, om dit wonder, uit te wonderen!

SPH0012 Een gemeten juk, en een gewogen kruis, getelde tranen, vastgestelde dagen der jaren en der duisternis, moeten medewerken tot een volkomen behoudenis. Zou je deze genoemde dingen willen dragen, om behouden te worden? Helaas, dat gaat niet, want het zijn geen zaken om de zaligheid te verdienen, want wij verdienen de zaligheid niet. Zalig worden, is souvereine genade van de Heere... O lezer, we verdienen de rámpzaligheid om onze ontzaggelijke zonden! Is dat wel eens zeer ernstig tot je doorgedrongen? Ja?.... Écht? Wat heb je er dan mee gedaan? Ben je er dan snikkend van berouw, mee op je knieën terecht gekomen? Heb je al je zonden voor de Heere beleden? Heb je ook getracht, om bij de zonden weg te vluchten, en de zonden te gaan haten? Wat zou dat groot zijn voor je, als je dit in waarheid hebt mogen doen. Dan ben je je bewust van je zonden, en je zondenschuld! Maar is het probleem, de zondenschuld, daar dan mee opgelost? Is er dan betaald voor je zonden? Nee toch? De schuld ligt er nog net zo, ze is inmiddels zelfs al weer groter geworden... Hoe kom je dan van die zondenschuld af? Er zijn veel mensen die zeggen dat je zalig bent, als je het maar gelooft, het wordt ze zelfs vanaf vele kansels geleerd. Neem Jezus aan als jouw Zaligmaker, en al je zonden zijn vergeven. Dan kom je straks in de hemel. Er wordt dan zo geredeneerd: De Heere Jezus is voor álle mensen op aarde gekomen... Ik ben een mens, God is liefde, en Jezus is voor alle mensen op de aarde gekomen, dus... conclusie... ik ben een kind van God. Dat moet je geloven, dat moet je gewoon aannemen, en... de zaligheid is een feit. Of de HEERE er ook vanaf weet, vragen ze zichzelf niet af... Ook in de gereformeerde gezindte, zie je dat deze gedachte, helaas meer en meer voet aan de grond krijgt. Ach, het ligt zo anders, het is enkel en alleen Gods' genade, vanuit Zijn eeuwig welbehagen, anders totaal niets! Efeze 2: 8. Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof, en dat niet uit u, het is Gods gave; 9. Niet uit de werken, opdat niemand roeme. Zeg, laten we eens even een voorbeeld geven. Als je € 100.000,-- schuld hebt bij de bank, en heel het dorp zegt dat je die schuld niet meer hoeft terug te betalen aan de bank, ben je er dan vanaf? Nee toch, die schuld blijft gewoon bestaan, en deze moet je terugbetalen aan de bank. Ook al zou je een 'nagemaakte brief' (een nieuwe onbijbelse vertaling) krijgen, waarin staat, dat je van je schuld af bent, dan nog blijft de schuld bestaan. Als de bank je die schuld kwijtscheldt, dan zal de bank dit zelf, persoonlijk per aangetekende brief, (het ware, door God gegeven, geïnspireerde woord en de Heilige Geest), aan je bekendmaken dat je van die schuld af bent. Eerder weet je het toch niet zeker, en geloof je het toch ook niet, dat je schuld kwijtgescholden is? Zo'n kwijtschelding is dan uit genade, en niet door enig verdienstelijk werk van ons. Zou het geestelijk wel zo makkelijk gaan, denk je? Waarom zouden we het van die € 100.000,-- niet geloven, en van het geestelijke nemen we het wel aan dat we schuldenvrij zijn? Lees toch de héle Bijbel, en 'pak' niet alleen teksten, waar je een goed gevoel bij krijgt!!! Dat is een tijdgeloof, en is niet zaligmakend! O, dan reis je met een ingebeelde hemel, naar de rampzaligheid! Och lezer, doe dat toch niet, je komt er eeuwig mee om. Lees toch wat de HEERE zegt in Zijn woord over de zondige mens! Romeinen 3: 10. Gelijk geschreven is: Er is niemand rechtvaardig, ook niet één; 11. Er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt; 12. Allen zijn zij afgeweken, tezamen zijn zij onnut geworden; er is niemand die goed doet, er is ook niet tot één toe. Ach lezer, het zaligmaken van een zondaar, is het volkomen werk van God Drieënig. Daar valt de mens volkomen tussen uit. O, daar briest ons hele hart tegen in! Want we willen zo graag zelf wat aan onze zaligheid doen. Jezus mag dan nog wel een helpende Zaligmaker zijn. Maar dat is de Heere beroven van Zijn eer! Nee, het is zuiver en alleen, het éénzijdige werk van God Drieënig. De HEERE beproeft Zijn kinderen wel, na ontvangen genade, om ze dichter en dichter naar Zich toe te trekken. 1 Thessalonicenzen 2: 3. Want onze vermaning is niet geweest uit verleiding, noch uit onreinheid, noch met bedrog; 4. Maar gelijk wij van God beproefd zijn geweest, dat ons het Evangelie zou toebetrouwd worden, alzo spreken wij, niet als mensen behagende, maar Gode, Die onze harten beproeft. Als je een nieuw hart(je) van de HEERE krijgt, legt de HEERE je vaak een juk op. Maar nooit zwaarder dan je kunt dragen, want anders zou je er onder bezwijken. Wat een troost is dat toch hè? Mattheus 11: 29. Neemt Mijn juk op u, en leert van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen. 30. Want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht. De last die Christus te dragen had voor de zonden van Zijn volk, was oneindig veel zwaarder, die kan geen mens torsen... De HEERE legt ook vaak een kruis op in je leven, soms wel meerdere kruizen. Maar al die kruizen, die de HEERE je geeft, zijn gewogen hoor! Lucas 9: 23. En Hij zeide tot allen: Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis dagelijks op en volge Mij. Zou je Hém dan niet zo in liefde willen volgen? Als je bevindelijk mag beleven, wat het Christus heeft gekost, om je te verlossen van de zonden, dan valt alles wat je moet dragen, in het niet... Hebreeën 12: 2. Ziende op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus, Dewelke voor de vreugde die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen en schande veracht, en is gezeten aan de rechterhand van den troon Gods. Dan schrei je zeer veel tranen van berouw over je zonden, bittere, bittere tranen, over al hetgeen je de Heere hebt aangedaan, en nog aandoet. Ja, je hebt dan als het recht ligt, een wroeging over je zonden. Maar de HEERE weet van die tranen af hoor volk van God! Die tranen houden je zo laag aan de grond, en dat lage plekje aan Jezus' voeten is toch zo zoet! Eenmaal wist de HEERE al die tranen af hoor bekommerde ziel! Dan mag je ingaan, in de eeuwige blijdschap met de HEERE. Openbaring 7: 17. Want het Lam, Dat in het midden des troons is, zal hen weiden, en zal hun een Leidsman zijn tot levende fonteinen der wateren; en God zal alle tranen van hun ogen afwissen. Dan kun je hier op aarde, nog in een dikke duisternis wezen, maar zie dan toch op de Zonne der gerechtigheid, naar Jezus Christus! Kijk toch naar Boven! Jesaja 9: 1. Het volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien; degenen die wonen in het land van de schaduw des doods, over dezelve zal een licht schijnen. Ach lezer, al die moeiten, al die zorgen, al die tegenslagen en kruizen, worden door de HEERE opgelegd, maar zijn slechts voor een tijd, misschien maar voor enkele jaren. Waar tob je dan toch nog over... 2 Korinthe 4: 16. Daarom vertragen wij niet; maar hoewel onze uitwendige mens verdorven wordt, zo wordt nochtans de inwendige vernieuwd van dag tot dag. 17. Want onze lichte verdrukking, die zeer haast voorbijgaat, werkt ons een gans zeer uitnemend eeuwig gewicht der heerlijkheid; 18. Dewijl wij niet aanmerken de dingen die men ziet, maar de dingen die men niet ziet; want de dingen die men ziet, zijn tijdelijk, maar de dingen die men niet ziet, zijn eeuwig. In het licht van de eeuwigheid, is het alles toch wel te dragen? Zoek het maar bij de HEERE hoor, HIJ is zo mild, zo vol van innerlijke liefde ín Christus, over Zijn volk. Deuteronomium 33: 27. De eeuwige God zij u een Woning; en van onder, eeuwige armen; en Hij verdrijve den vijand voor uw aangezicht en zegge: Verdelg. Smeek de HEERE dan maar, om een nauw, teer en ootmoedig leven met Hem. Druk de voetstappen van de Meester toch, dan is het altijd goed wat de HEERE je schenkt.

SPH0011 Voor vele ambtsdragers is het ambt een taak; voor Gods volk wel eens een vermaak. Dit was een uitspraak van ds. Joh. van der Poel, die zo heel dicht bij de HEERE leefde, maar ook wel in zijn beleving, ver bij Hem vandaan was. Als ambtsdrager word je door God geroepen, en door de mansledenvergadering, onder aanroeping van de Naam van de HEERE, gekozen in een ledenvergadering. Als deze weg bewandeld mag worden, en je als ambtsdrager dicht bij de HEERE mag leven, dan is dat een zoet vermaak. Dan gebeurt al het ambtelijk werk, in de liefde tot de HEERE. Maar als het ambtelijk werk zonder liefde gepaard gaat, dan wordt het een taak die uitgevoerd moet worden. Nu zal dat de ene keer anders liggen dan de andere keer, daar heeft ds. Van der Poel vaak over verteld in zijn leven. Het was bij hem zo'n leven van op en neer. Dan weer dicht bij de HEERE, en soms even later weer in diepe duisternis te zijn. Ach, zouden al de échte ambtsdragers niet vaak bang zijn, dat ze nog eens als een Judas ontmaskerd worden? Zouden ze zich niet soms een huichelaar voelen? Als ze eens diep in hun hart keken, o, wat zouden zij ook daar tegenkomen. Of bent u ook weleens als een Petrus, dat de HEERE tot u moet zeggen, Markus 8: 33. Maar Hij Zich omkerende en Zijn discipelen aanziende, bestrafte Petrus, zeggende: Ga heen achter Mij, satanas; want gij verzint niet de dingen die Gods zijn, maar die der mensen zijn. Daarom is het doorgaande nederige gebed zo nodig tot de HEERE, door hen zelf, maar ook door de gemeenteleden. Zeg lezer, ben je zo'n Aäron of een Hur voor hen die kerkelijk over jou gesteld zijn? 1 Tímótheüs 5: 17. Dat de ouderlingen die wel regeren, dubbele eer waardig geacht worden, voornamelijk die arbeiden in het Woord en de leer. Al zijn we geen gekozen ambtsdrager, daarom zijn we wel een ambtsdrager. We dragen allen het ambt aller gelovigen. Het is onze plicht, om ons bij de ware Kerk te voegen Lees dit korte stukje uit de NGB, Artikel 28 maar eens: Wij geloven, aangezien deze heilige vergadering is een verzameling dergenen die zalig worden, en dat buiten haar geen zaligheid is, dat niemand, van wat staat of kwaliteit hij zij, zich behoort op zichzelven te houden, om op zijn eigen persoon te staan; maar dat zij allen schuldig zijn zichzelven daarbij te voegen en daarmede te verenigen; onderhoudende de enigheid der Kerk, zich onderwerpende aan haar onderwijzing en tucht, den hals buigende onder het juk van Jezus Christus, en dienende de opbouwing der broederen, naar de gaven die hun God verleend heeft, als onderlinge lidmaten van één zelfde lichaam. En opdat dit te beter zou kunnen onderhouden worden, zo is het ambt aller gelovigen, volgens het Woord Gods, zich af te scheiden van degenen die niet van de Kerk zijn, en zich te voegen tot deze vergadering, het zij op wat plaats dat God ze gesteld heeft; ook al ware het zo, dat de magistraten en plakkaten der prinsen daartegen waren, en dat de dood of enige lichamelijke straf daaraan hing. Daarom, al degenen die zich van haar afscheiden of niet daarbij voegen, die doen tegen de ordinantie Gods. Wat een ernstige waarschuwing is dat voor ons allemaal! Hier zie je zo heel duidelijk beschreven, dat we ons bij de kerk behoren aan te sluiten, en als we dat niet doen, tegen Gods' geboden ingaan... Maar is dat nu genoeg om zalig te worden? Ach nee, er moet een wonder van zaligmakende genade aan onze ziel worden toegepast, door de werking van de Heilige Geest. We moeten uit de kerk, in de Kerk komen! Nu wordt de kerk, ook wel de werkplaats van de Heilige Geest genoemd. Ds. B. Smytegelt zei het zo: "Wie nat wil worden, moet in de regen lopen. Wie wederomgeboren wil worden, moet in de kerk komen!" Och ambtsdrager, u die ook op reis bent naar de ontmoeting voor Gods' rechterstoel. Met een ambt alleen, kunt u op die oordeelsdag niet voor de HEERE verschijnen! Een ambt maakt niet zalig. Nee, u moet ook wederomgeboren zijn. 2 Korinthe 13: 5. Onderzoekt uzelven of gij in het geloof zijt, beproeft uzelven. Of kent gij uzelven niet, dat Jezus Christus in u is? Zeg lezer, heeft dat wonder van zaligmakende genade, reeds plaats gevonden in jouw ziel? Mag je bevindelijk weten, wat er staat in 1 Petrus 2: 9. Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilig volk, een verkregen volk; opdat gij zoudt verkondigen de deugden Desgenen Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht; 10. Gij die eertijds geen volk waart, maar nu Gods volk zijt; die eertijds niet ontfermd waart, maar nu ontfermd zijt geworden. O, wat ben je dan gelukkig, als deze woorden van de HEERE, persoonlijk voor je gelden mogen! Zul je dan ook tot eer van de HEERE leven? Och, dat de Naam van de HEERE toch niet gelasterd hoeft te worden vanwege onze zonden! Laat je wandel toch in de vreze van de HEERE zijn. Degene die het meest van de HEERE geleerd heeft, moet het diepste buigen. Allermeest voor de HEERE, maar ook voor elkaar... Dan wordt buigen en bukken voor de HEERE een vermaak! Lig maar plat op de grond, de voeten van de Heere Jezus te kussen, dan val je niet zo snel... Geur toch naar Christus, naar de lieve Borg, Die naar deze aarde wilde komen. Om die stinkende, zwarte zondaren in zichzelf, te reinigen van hun zonden, en een eeuwige erfenis voor hen, voor Zijn kinderen heeft aangebracht. Medezondaar, hoe is het in jouw leven... Sta je buiten dit Godzalige leven? Leef je nog, als een niet-wederomgeborene, onbekeerd voort? Misschien ben je 'eerlijk' onbekeerd... Want eh... , je kunt er tenslotte ook niets aan doen dat de HEERE je geen nieuw hart(je) geeft, of denk je dit nooit? Ga je dan rustig, de zonden koesterend, naar jouw oordeelsdag? Zeg je dat dan straks eerlijk en brutaal tegen de Heere: "U wilde mij geen nieuw hart(je) geven, maar IK wilde wel!!!" Heb je deze onderstaande verzen dan nooit gelezen uit Joël 2: 12. Nu dan ook, spreekt de HEERE, bekeert u tot Mij met uw ganse hart, en dat met vasten en met geween en met rouwklage. 13. En scheurt uw hart en niet uw klederen, en bekeert u tot den HEERE uw God; want Hij is genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwade. 14. Wie weet, Hij mocht Zich wenden en berouw hebben; en Hij mocht een zegen achter Zich overlaten tot spijsoffer en drankoffer voor den HEERE uw God. Ach, zou je de HEERE dan niet zoeken? Het dienen van de HEERE is toch zo zoet, want de HEERE is ín Christus, zo beminnenswaardig. Als je iets van de genadige, toegepaste liefde van Christus hebt ontvangen door de Heilige Geest in je ziel, dan wil je nooit meer zondigen. Zul je ootmoedig smeken, of je een nieuw hart(je) mag krijgen? Vraag maar, of de Heere Jezus, ook in jouw hart(je) geboren mag worden! Kom dan toch veel in Gods' huis, waar de Waarheid verkondigd wordt, waar de Heilige Geest wil werken. Zul je de komende kerkdiensten niet onnodig verzuimen, zo de Heere wil en wij leven? Het mocht toch zijn, tot eer van de HEERE, en tot zaligheid van jouw ziel! 2 Kronieken 30: 9. Want de HEERE uw God is genadig en barmhartig, en zal het aangezicht van u niet afwenden, zo gij u tot Hem bekeert.

SPH0007 Ook dit is een kwelling des geestes, dat bij alle rekeningen die fout geweest zijn, de mens weer vooraan begint. Wat zijn we toch halsstarrig... Altijd willen we de Heere voorrekenen, hoe HIJ het in ons leven moet doen. Ja, we bidden wel, maar meer, hoe we de Heere voor ons karretje kunnen spannen. Vaak is het meer met de ogen dicht en de handen gevouwen éisen, dan dat we in ootmoed de Heere smeken om genade... Of ligt het anders bij jou? Als de Heere onze zaak niet oplost, dan gaan we verbeterpunten bij onszelf zoeken. We leggen de duimstok eens naast ons leven. Zou er hier of daar nog wat bij te schaven zijn? Misschien hier wat tekort, en daar wat te lang... We proberen de Heere wat klatergoud te offeren, om Hem op andere gedachten te brengen, om Hem goedgunstig te zijn! Dat doen heidenen ook met hun offers... Onze gestalte moet meer innig worden, de gebeden wat ernstiger, we pakken nog eens extra een goed boek, onze gesprekken moeten meer over de Heere gaan, enz. Op zich zijn dat geen verkeerde dingen, maar tot welk doel strekt het? Is het om in een tere, ootmoedige gestalte voor Gods' aangezicht te leven, zodat de Heere alle eer krijgt? Of is het de bedoeling om de Heere te bewegen, dat HIJ naar ons luistert? O, van nature is het toch zo vaak het laatste. We proberen God aan onze kant te krijgen, omdat we onze zin willen krijgen... En als de Heere dan niet in onze wil bewilligt, dan zijn we furieus in ons hart. Waarom doet de Heere nu niet, wat ík graag wil! We kwellen onze geest, met hetgeen we toch elke keer fout doen: "Wat doe ik nu niet goed in Gods' ogen?" Opnieuw beginnen we te rekenen om de Heere aan onze kant te krijgen... Weer gaan we eens kijken, waar we nog wat bij kunnen schaven. Nee, naar buiten toe, laten we onze boosheid niet blijken, maar o wee als de mensen eens in ons hart konden kijken, dan zouden we ons wegschamen. De Heere ziet het echter wel!!! Misschien raakt Legio wel een zere plek aan, in jouw en in het leven van Legio zelf. Ach, Legio hoeft niet zover weg te gaan om dit te zien. Nee, Legio hoeft slechts 30 cm. naar beneden te kijken, en ziet in zijn eigen hart ook zulke boosaardigheden. Wat erg hè, wat dwaas hè, dat we de Heere zo proberen te beïnvloeden. Zou de Heere echt zo naar ons luisteren, denk je? Jesaja 55: 8. Want Mijn gedachten zijn niet ulieder gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de HEERE. 9. Want gelijk de hemelen hoger zijn dan de aarde, alzo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen, en Mijn gedachten dan ulieder gedachten. O, als de Heere uiteindelijk nooit naar ons luistert, dan zouden we de Heere wel van alles aan willen doen. Ons hart briest tegen de Heere. Ja, dan zouden we onze godsdienst er wel aan willen geven, want zo hoeft het dan niet meer van mij... Ken je ook zulke ogenblikken in jouw leven? Och, dán ga je inzien, hoe vijandig jij en Legio ten diepste zijn van de Heere. Ach lezer, zou je op zo'n moment kunnen sterven, als je zo opstandig bent? Als de Heere Jezus op dat moment, terug zou komen op de wolken van de hemel, om ons te oordelen, hoe zou de Heere dan met je omgaan, denk je? Geef je leven toch over in Zijn handen! De HEERE doet het nooit verkeerd, echt niet. Als je eens in waarheid inleeft, waar je nog recht op hebt (dat is enkel en alleen op de eeuwige rampzaligheid), dan gaan jouw en Legio's mond wel op slot. Dan sidderen we voor de hoge heilige rechtvaardige Heere, en verwonderen we ons, dat we nog aan deze kant van de dood zijn. (Niet aan deze zijde van het graf, zoals vaak gezegd wordt, want tussen de dood en het graf, kunnen we niet meer wederomgeboren worden). We zingen zo vaak, (Zeg, jij ook met jouw hart?): Psalm 86:6 Leer mij naar Uw wil te hand'len, 'k Zal dan in Uw waarheid wand'len; Neig mijn hart, en voeg het saâm Tot de vrees van Uwen naam. HEER, mijn God, ik zal U loven, Heffen 't ganse hart naar boven; 'k Zal Uw naam en majesteit Eren tot in eeuwigheid. Als je het in waarheid, zo met de HEERE eens wordt, dan blijft er niets van jezelf over, en krijgt de HEERE alle roem en eer. Dan ben je het zo met de HEERE eens, dan kán de HEERE het ook nooit meer verkeerd doen in je ogen. Maar dat is en blijft een gedurige gebedszaak hoor, want o, dat boze zondige hart, is weer zo gauw geneigd om in opstand te komen. Daarom, laat ons toch zeer veel, ootmoedig en boetvaardig, op onze knieën in de binnenkamer, buigen en bukken, voor deze hoge, heilige, goeddoende HEERE. Smeek de HEERE dan maar, of HIJ neerbuigende genade wil geven. Dan is het zo zoet, zo zielsbevindelijk rustig en stil in de ziel. Ja, dan word je zo eenswillend met de HEERE! Onderwerping aan de HEERE, geeft rust! Dan gaan we niet meer elke keer opnieuw rekenen... Weet je waar je wel méé moet rekenen? Dat je elk ogenblik kunt sterven. Psalm 88: 5. Ik ben gerekend met degenen die in den kuil nederdalen; ik ben geworden als een man die krachteloos is; 6. Afgezonderd onder de doden, gelijk de verslagenen die in het graf liggen, die Gij niet meer gedenkt, en zij zijn afgesneden van Uw hand. Dat de Heere Jezus, elk ogenblik terug kan komen op de wolken van de hemel. O medereiziger naar dat ogenblik, naar die nooit eindigende eeuwigheid; waar zal de Heere Jezus je dan heen sturen? Eén van onderstaande woorden zal HIJ dan tot je spreken!!! Mattheus 25: 34. Alsdan zal de Koning zeggen tot degenen die tot Zijn rechterhand zijn: Komt, gij gezegenden Mijns Vaders, beërft dat Koninkrijk hetwelk u bereid is van de grondlegging der wereld. of... Lucas 13: 27. En Hij zal zeggen: Ik zeg u, Ik ken u niet vanwaar gij zijt; wijkt van Mij af, alle gij werkers der ongerechtigheid. 28. Aldaar zal zijn wening en knersing der tanden, wanneer gij zult zien Abraham en Izak en Jakob en al de profeten in het Koninkrijk Gods, maar ulieden buiten uitgeworpen. Een zeer ernstige vraag aan jou en Legio... Met welke uitspraak reken je???

SPH0006 Er wordt in gedachten heel wat buit uitgedeeld, die men nooit in handen krijgt. We trekken zoveel beloften uit de Bijbel naar ons toe, nietwaar? "Die beloften staan toch in de Bijbel", zegt men dan. Je moet gewoon geloven wat er staat! De beloften van, 'de vergeven zonden', van 'het hemelse leven', pakken zovelen uit Gods' woord, zonder dat ze ooit hun ellendestaat hebben leren kennen, zonder dat ze ooit daadwerkelijk verlost zijn van hun zonden. Ze zijn nog nooit in waarheid zondaar voor God geworden. Zeer veel mensen grijpen zo zelf naar 'de buit', 'de zaligheid', die ze nooit in handen krijgen. Efeze 2: 8. Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof, en dat niet uit u, het is Gods gave; 9. Niet uit de werken, opdat niemand roeme. Gelden álle beloften die in de Bijbel staan voor iedereen? Let er altijd op, dat beloften een 'adres' hebben! De zaligmakende genade, wordt wel aan iedereen aangeboden, maar alleen aan de uitverkorenen geschonken! Een voorbeeld...: Als er slechts één dokter in ons dorp was, dan was deze er voor al onze dorpsgenoten. Maar wie hebben hem nu nodig? Alleen zij toch, die ziek zijn? Anders ga je toch niet naar de dokter? Dan wordt bijvoorbeeld deze tekst aangehaald. Johannes 3: 16. Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Wat een mooie tekst is dit hè? Wat klinkt Gods' eeuwig welbehagen door in deze tekst. Maar dit tussenregeltje, 'opdat een iegelijk die in Hem gelooft", passen zeer velen op een verkeerde wijze toe. Want wie zijn dat eigenlijk, die mensen die in Hem geloven? Zijn dat alle 'gelovigen'? Er zijn toch vier soorten geloof? Historieel geloof, tijdgeloof, wondergeloof en zaligmakend geloof? Paulus schrijft, voor wíe Christus is gestorven, in Romeinen 5: 6. Want Christus, als wij nog krachteloos waren, is te zijner tijd voor de goddelozen gestorven. Ja juist, voor de goddelozen! Heb je jezelf zo al eens gezien in de spiegel van Gods' wet? Pas je dan de onderstaande teksten uit Gods' woord, ook op jezelf toe? Romeinen 3: 10. Gelijk geschreven is: Er is niemand rechtvaardig, ook niet één; 11. Er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt; 12. Allen zijn zij afgeweken, tezamen zijn zij onnut geworden; er is niemand die goed doet, er is ook niet tot één toe. Of deel je deze bovenstaande 'buit' niet aan jezelf uit? Sla je deze teksten dan maar gemakshalve over? Wil je geen 'goddeloze' zijn voor de HEERE? Ach, als je geen 'goddeloze' wordt of bent, kan de Heere Jezus je geen genade geven! Die tollenaar achter in de tempel, was nu wel zo'n goddeloze zondaar. Lucas 18: 13. En de tollenaar van verre staande, wilde ook zelfs de ogen niet opheffen naar den hemel, maar sloeg op zijn borst, zeggende: O God, zijt mij zondaar genadig. 14. Ik zeg ulieden: Deze ging af gerechtvaardigd in zijn huis, meer dan die; want eenieder die zichzelven verhoogt, zal vernederd worden, en die zichzelven vernedert, zal verhoogd worden. Van nature willen we zo graag de 'bloemhoven' ingejaagd worden. Er zijn veel predikanten die dit doen. Zij rekenen velen, die in de kerk komen, bij de ware gelovigen. Nu zijn mensen geen oordelers over het hart, dat is het werk van de HEERE. Vroeger zeiden ze nog weleens: "Kijk het maar eens ná... Laat het maar eens overzomeren en overwinteren." Predikanten die geen 'herauten van de Koning, van de HEERE' zijn, sturen mensen in de bloemhoven.. Zij spelden de mensen maar wat op de mouw! Een heraut moest vroeger precies hetzelfde zeggen, wat de koning had gezegd, zonder zijn woorden te veranderen. Lees Ezechiël 13 maar eens, hoe de HEERE over 'valse profeten' spreekt. Deze 'valse profeten' zijn geen 'herauten van de Koning', maar verdraaien Zijn woorden... En zo zijn er veel 'valse profeten', waaronder zovelen zich onder hun gehoor zetten. Want predikanten die op zo'n wijze preken, dat je er ook bij hoort, liggen zo lieflijk en gemakkelijk in het gehoor! Dan krijg je tenminste wat in handen geschonken... Het is dan helaas door een mens geschonken, maar niet door de Heilige Geest! Mensenwerk heeft geen waarde voor de eeuwigheid. Zij laten je alleen de mooie kant van het borduurwerk zien, maar niet de achterkant, als je begrijpt wat er mee bedoeld wordt. Ezechiël 13: 20. Daarom, zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik wil aan uw kussens, waarmede gij aldaar de zielen jaagt naar de bloemhoven, en Ik zal ze uit uw armen wegscheuren; en Ik zal die zielen losmaken, de zielen die gij jaagt naar de bloemhoven. Maar lezer, Gods' ware volk gaat leren dat ze er juist 'buiten' gezet worden. Ze zijn juist zo bang, om 'buit' te pakken, die hen niet toebehoort. Ze zijn zo bang voor geestelijke diefstal. Het wordt voor hen juist een onmogelijkheid om zalig te worden. Ze leren zo, dat de HEERE rechtvaardig is, om ze voor eeuwig wég te stoten van voor Zijn aangezicht! Het is daarom zo'n onbegrijpelijk groot wonder, als er voor zo één, nog genade is te krijgen. En een onmogelijk groot wonder, als het hen zelf geschonken is. Weet je daar nu van in jouw leven? Ben je zo'n ware, oprechte zondaar voor God geworden? Ken je jouw diep verloren ellendestaat? Weet je van de vergeving van de zonden, om de verdienste van Christus' verzoenend bloed? Sta je biddend, naar ware heiligmaking in jouw leven? Van deze drie stukken, zul je toch wat moeten weten, om welgetroost te kunnen leven, en straks zalig te kunnen sterven! Zulken mogen voor eeuwig delen, in de 'buit', in het verzoenend Borgwerk van de Heere Jezus, wat door de Heilige Geest, aan hun ziel is toegepast. Die zalige erfenis, heeft Christus voor de zijnen verdiend. Mag je nu ook reeds delen in die 'buit'? Als dat op aarde geen aanvang genomen heeft, zul je straks in de eeuwigheid, ook niet delen... O, mag Legio je dan smeken, of je met ingespannen krachten, de HEERE wil zoeken? HIJ wil Zich nog laten vinden, écht waar! Hangt de ruif te hoog voor je? Ach, kniel dan maar bij de kribbe neer, daar lag Jezus, dé Zaligmaker. Daar vertoonde de HEERE Zijn welbehagen, voor de vuilste zondaar. Lager kon de Heere Jezus Zich toch niet aanbieden...? Zou je zo diep voor de Heere Jezus willen buigen? Ach, doe het toch, buig maar in ootmoed en boetvaardigheid jouw knietjes voor Hem. Val Hem maar nederig te voet. In zo'n tedere gestalte, val je er zelf schoontjes tussenuit. Dan krijgt de HEERE alleen, alle eer! Vraag dan maar, of Hij ook jouw Zaligmaker wil wezen!