
Schriftuurlijk, bevindelijk, geestelijk onderwijs
June 9, 2025 at 10:49 AM
SPH0013
Er zijn mensen die altijd bereid zijn om te sterven.
Zal het voor die mensen wel in orde zijn, als het sterven wordt?
Gods' kinderen kunnen soms wel zo boven het stof verheven zijn, dat ze wel zouden kunnen en willen sterven, om eeuwig bij de HEERE te wezen.
Om nooit meer te kunnen en te hoeven zondigen.
Dan komt de HEERE zo vol van liefde over in hun ziel, dat ze los zijn, van alles wat op de aarde is.
Psalm 36:
9. Zij worden dronken van de vettigheid Uws huizes; en Gij drenkt hen uit de beek Uwer wellusten.
10. Want bij U is de fontein des levens; in Uw licht zien wij het licht.
Zo was er eens een jonge vrouw, die bij haar vriendin, de zondag over, kwam logeren.
Beiden jonge vrouwen, waren kinderen van de HEERE.
Op deze zondag, zou het Heilig Avondmaal bediend worden, in het midden van de gemeente.
Door de kerkenraad werd, na gedane onderzoek, toestemming gegeven, dat ook de vriendin mocht deelnemen aan het Heilig Avondmaal.
De vriendin, die jonge vrouw, was zo vol van de liefde Gods bij de bediening van het Heilig Avondmaal, dat ze waarlijk boven het stof verheven was.
Ze zat zo heel stil aan tafel des HEEREN, ze was dronken van Zijn liefde...
Ja, ze werd krank van de liefde van Christus.
Na de zondag, ging ze weer naar huis, naar haar moeder, maar die liefde bleef!
Haar moeder zag dat wel aan haar dochter, en vroeg:
"Kind, hoelang ben je nog hier?"
De jonge vrouw begreep niet wat moeder bedoelde...
De liefde tot HEERE bleef echter in het hart van die jonge vrouw...
(Dat is niet altijd zo hoor, bij Gods' volk.
Dat wordt ook wel eens minder...)
Na enkele maanden werd ze echt ziek, maar ze was ook ziek van de liefde tot de HEERE.
Ze werd al zieker en zieker van het zoete, tere, heilige leven met de HEERE.
Ze kon die liefde van de HEERE, lichamelijk niet verwerken...
Uiteindelijk stierf ze van de liefde, die de HEERE in haar hart uitgestort had.
Zoet hè?
Heeft de Heilige Geest die liefde ook in jouw hart uitgestort?
Dat weet je wel hoor, als dat zo is!
Ach, zulken leven zo dicht bij de HEERE, dat ze wel verlangen om te sterven.
Dan zijn ze zo nauw met Christus, hun Bruidegom, verbonden.
Hooglied 2:
4. Hij voert mij in het wijnhuis, en de liefde is Zijn banier over mij.
5. Ondersteunt gijlieden mij met de flessen, versterkt mij met de appelen, want ik ben krank van liefde.
Ken je daar persoonlijk ook iets van?
Loopt jouw hart ook wel eens over van de liefde tot de HEERE, en is dat wederzijds?
Lucas 24:
32. En zij zeiden tot elkander: Was ons hart niet brandende in ons, als Hij tot ons sprak op den weg en als Hij ons de Schriften opende?
Dan heb je ook leren kennen, wie je bent voor de HEERE.
Ja, dan heeft de Heilige Geest, je leren inzien wat je met al je zonden, de HEERE aandoet, en aangedaan hebt.
Als je zo'n nauw en teer leven hebt met de HEERE, dan huiver je voor elke zonde die je zou kunnen doen.
Dan kun je nog niet over een zondestrootje heen stappen.
Doorlopend smeek je de HEERE dan, of HIJ je bewaren wil voor de zonden, omdat je er zo vuurbang voor bent.
Dat heilige, tere leven met de HEERE, is dan je eten en drinken...
En toch kom je er achter, dat je Gods' wetten niet volkomen kunt houden, en daar heb je zo'n last van.
Er zijn ook mensen die wel menen te willen sterven.
Zij hebben vaak met veel kruizen, zorgen en moeiten te maken, die ze niet verwerken kunnen.
Dan krijgen ze soms een bemoediging van deze of gene.
Een mooie ansichtkaart, met een tekstje of een versje er op.
(Goed dat dit gebeurt hoor!
Kijk maar veel naar elkaar om!)
Maar in een gemoedstoestand, kan zo'n tekst of gedichtje ook gevoelens geven, dat ze wel zouden willen sterven.
Het is ten diepste dan vaak, om van de zorgen en moeiten verlost te zijn.
Als de kruizen en de moeiten voorbij zijn, is meestal ook het verlangen om te sterven, weer weg...
Dat is van een heel andere aard, dan van die jonge vrouw, waar het hierboven over ging.
Want,
1 Korinthe 15:
26. De laatste vijand die tenietgedaan wordt, is de dood.
De dood is een vijand van de natuurlijke mens.
Het is de straf op onze zonden!
Vroeger zeiden ze wel, dat je in die stervenstijd, wel honden kon horen blaffen, die je nog nooit gehoord had.
David dacht niet zo makkelijk over de dood...
Psalm 55:
5. Mijn hart smart in het binnenste van mij, en verschrikkingen des doods zijn op mij gevallen.
Sterven is de rechtvaardige God ontmoeten hoor!
Om te kunnen sterven, hebben we de toegepaste zaligheid van de Heere Jezus, door de Heilige Geest, nodig in ons hart, anders is het voor eeuwig verloren!
Onze zonden zullen afgewassen moeten zijn, in het dierbaar bloed van de Heere Jezus!
Weet je daar bevindelijk wat van in jouw leven?
Ken je die drie stukken, ellende, verlossing en dankbaarheid?
Heb je ze ook bevindelijk doorleefd?
Ach, daarin zijn trap en mate onderscheiden, maar iets van al die drie stukken, zul je toch moeten kennen eer het sterven wordt!
Alleen voor Gods' ware volk, is sterven niet erg.
Filippenzen 1:
23. Want ik word van deze twee gedrongen, hebbende begeerte om ontbonden te worden en met Christus te zijn; want dat is zeer verre het beste.
Voor hen is het allereerst, de afsterving van hun zonden, en dan de doorgang naar het eeuwige leven, ín Christus...
Lees vraag en antwoord 42 van de Heidelberger Catechismus maar eens heel nauwkeurig!
En let op... de Heidelberger Catechismus, staat in het wézen van het geloof!
Zondag 16 van de HC:
42 Vr. Zo dan Christus voor ons gestorven is, hoe komt het dat wij ook moeten sterven?
Antw. Onze dood is geen betaling voor onze zonden, maar alleen een afsterving van de zonden en een doorgang tot het eeuwige leven.
Ach, zoek de HEERE dan toch!
Mocht dit toch jouw genadejaar eens worden!
Zul je er naar de mens gesproken, dan alles aan doen om de Heere te zoeken?
O lezer, het zal wat zijn, om te moeten sterven, en het niet te kunnen...
Dan volgt de eeuwige rampzaligheid!
Och, wat roept de HEERE je het dan nog steeds welmenend toe, wat er staat in
Joël 2:
12. Nu dan ook, spreekt de HEERE, bekeert u tot Mij met uw ganse hart, en dat met vasten en met geween en met rouwklage.
13. En scheurt uw hart en niet uw klederen, en bekeert u tot den HEERE uw God; want Hij is genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwade.
14. Wie weet, Hij mocht Zich wenden en berouw hebben; en Hij mocht een zegen achter Zich overlaten tot spijsoffer en drankoffer voor den HEERE uw God.